Verbeke Foundation pakt uit met ‘bio art’ – Van bijen, kippen en spinnenwebben (Verbeke Foundation launches out about 'bio art' - about bees, chickens and spider's webs)
Jan van Hove (2010)
De Standaard, 7 August
Verbeke Foundation pakt uit met ‘bio art’ – Van bijen, kippen en spinnenwebben
Een stuk wilde natuur in Kemzeke herbergt een bizarre kunstcollectie. Naast grote namen van de actuele kunst vind je er deze zomer een bloemlezing van ‘bio art’, kunst met levende organismen.
JAN VAN HOVE – Ondanks de afgelegen locatie langs de Expressweg tussen Antwerpen en Knokke, kwamen er vorig jaar ruim twintigduizend kunstliefhebbers op bezoek bij de Verbeke Foundation. Niet slecht voor een particulier initiatief dat nog maar enkele jaren bestaat en volledig zonder subsidies werkt, puur vanuit de passie van een verzamelaar.
Geert Verbeke (57) is het grootste deel van zijn leven zakenman geweest. ‘Ik heb zowat alles gedaan’, zegt hij. ‘Een kippenkwekerij, een transportbedrijf, overslag van goederen, een kunststichting…. Op een gegeven moment had ik negentig mensen in dienst. Toen mijn collectie tot meer dan tweeduizend stukken gegroeid was, besloot ik al de rest te laten vallen en mij volledig te concentreren op de kunst die mij fascineert.’
De Verbeke Foundation is een fenomeen. De stichting is gevestigd in een natuurgebied van twaalf hectare met bos, weiland en een vijver. De kunst staat deels buiten, deels in loodsen en serres. Bloemen, planten en onkruid groeien hier onbekommerd, aan gras afrijden wordt weinig tijd verspild. Het domein heeft een wilde charme die te vergelijken is met het bij kunstliefhebbers welbekende Insel Hombroich, het openluchtmuseum niet ver van de Rijn bij het Duitse Neuss.
Garbage city
‘Het was een beeld van Herman Van Nazareth, toevallig gespot in een industriezone, dat mij voor de kunst gewonnen heeft’, zegt Verbeke. ‘In het begin kocht ik vooral abstract werk, maar al vrij vlug ging ik mij toeleggen op collages. Collages spreken mij aan omdat ze gelaagd zijn, omdat er zoveel in samenkomt. De kern van mijn collectie is een overzicht van de collagekunst in België. Het is een beperkt gebied, maar op dat gebied heb ik werk van alle grote namen, te beginnen met Paul Joostens, een van onze eerste avant-gardisten. Ook E.L.T. Mesens, de grote promotor van Margritte, en Marcel Mariën liggen mij na aan het hart.’
De collectie van Verbeke, die behalve collages ook heel wat assemblages bijeenbracht (van Vic Gentils, Paul Van Hoeydonck, Camiel Van Breedam….) was het vertrekpunt van de stichting. Maar het terrein in Kemzeke bood mogelijkheden om veel breder te werken. Behalve de collectie van de heer deze huizes vind je er voortdurend wisselende tentoonstellingen, en de stichting heeft een intensief artist in residence-programma dat jonge kunstenaars de kans geeft om op het domein een werk te realiseren. Vorige week kwamen er twee Roemenen aan om een werk uit te voeren dat in hun land verboden werd.
Tijdens een wandeling door de Verbeke Foundation zie je de meest uiteenlopende kunstwerken. Grafzerken van Jan Fabre, een beschilderde container van Keith Haring, doodskisten in de vorm van dieren en groenten van de Afrikaanse kunstenaar Kane Kwei, drie uit afval opgetrokken vakantiewoningen (Garbage city) van de geurkunstenaar Peter de Cupere, een logement in de vorm van het menselijke spijsverteringsstelsel (Casa Anus) van Joep Van Lieshout: het staat er allemaal kriskras door elkaar. Al te netjes ziet het er niet uit, maar stemmig en avontuurlijk is het wel. De witte muren van een galerie of een museum vindt men bij Verbeke maar een povere omgeving voor kunst.
De Verbeke Foundation heeft speciale aandacht voor bio art en eco art. Het is kunst die aandacht vraagt voor de onvermoede schoonheid van de natuur en voor de wonderlijke vormen die erin voorkomen. Vaak werken de kunstenaars met levende organismen, zowel planten als dieren. Zo scharrelen in de hokken van de stichting alle kippen van Koen Vanmechelen, de kunstenaar die door het kruisen van kippenrassen (Mechelse koekoek, Poulet de Bresse, Redcap, Dresdner Huhn, Jersey Giant….) tot een Cosmopolitan chicken wil komen, een soort van ‘superkip’ die kwaliteiten van alle rassen verenigt. Het project van Vanmechelen wekt internationale belangstelling, als een metafoor van de mondiale smeltkroes van vandaag.
Larven
Bio art is een vrij recent verschijnsel, in de jaren 1990 overgewaaid uit de Verenigde Staten. Verbeke pikte het op vanuit zijn levenslange liefde voor de natuur. Kunstwerken waarin planten groeien of dieren bewegen, vindt hij stukken interessanter dan dode bronzen of schilderijen.
Natuurlijk lokten de experimenten van de kunstenaars met levend materiaal kritische vragen uit. Mogen kunstenaars zomaar ingrijpen in de ontwikkeling van andere wezens? Een fluorescerende fazant, visjes met cellen van een plant, een genetisch gemanipuleerde koe: in deze sector kom je de gekste dingen tegen. Toch zijn er serieuze wetenschappers die belangstelling hebben voor de experimenten op dit gebied in de kunstwereld. Zo vind je bij Verbeke een experiment met bijen die ongeziene structuren ontwikkelen in gipsen beelden. Het werk wordt gevolgd door de Gentse universiteit.
‘Wetenschappers zijn geboeid door de vrije verbeelding van kunstenaars’, zegt Simon Delobel, de curator van de stichting. ‘Door die vrije fantasie komen ze soms tot oplossingen waar wetenschappers nooit aan zouden denken. Bovendien maken kunstenaars communicatie mogelijk met het publiek, waar geleerden vanuit hun laboratoria veel moeilijker toe komen.’
Tot de intrigerendste voorbeelden van bio art die deze zomer bij Verbeke te zien zijn, behoren de Liquid files van de Nederlandse kunstenaar Egied Simons. Simons werkt met larven, spinnenwebben, stuifmeel en ander biologisch materiaal dat hij ‘oogst’ op de velden en in de vijver van de stichting. Hij plaatst dat materiaal tussen glazen raampjes en projecteert het zoals een dia op de muur. Een wereld vol grillige vormen en structuren, die anders alleen door de microscoop te zien zouden zijn, brengt hij zo naar het publiek.
Een andere favoriet van Verbeke is Martin Uit den Bogaard, eveneens een Nederlander. Nog voordat er in de kunstwereld sprake was van Damien Hirst, bewaarde Uit den Bogaard de niet-eetbare delen van een koe (kop, staart, ingewanden) in glazen bokalen. Met een voltmeter meet hij al bijna twintig jaar de energie die vrijkomt in het ontbindingsproces. Via een computer zet hij die energie om in grafieken en geluiden. De dode koe doet zelfs een lampje branden. ‘Dit werk confronteert ons met een toestand die we niet graag zien,’ zegt Verbeke. ‘Het leert ons dat we zelfs na de dood in beweging blijven’.
Een blikvanger deze zomer bij de Verbeke Foundation is het werk van de groep Mass Moving. Deze oud-strijders van de jaren 1960 waren de eerste kunstenaars die in ons land met ecologie bezig waren. Op een reis van Afrika naar de Noordpoolcirkel plantten ze langs de weg grote geperforeerde bamboestokken in de grond. Met het geluid van de wind wilden ze op die manier een ‘bamboe wereldorgel’ creëren.
Een deel van het wereldorgel staat (en speelt) op het domein van de stichting, en sinds kort zijn er ook spectaculaire filmbeelden en andere recent ontdekte documenten over de performances van Mass Moving te zien. Wist u dat de groep in de buurt van Antwerpen ooit de explosie van een atoombom simuleerde door een 150 meter hoog vuurwerk?
Het minste wat je van de kunst bij de Verbeke Foundation kunt zeggen, is dat ze een open oog heeft voor de wereld erbuiten.
De tentoonstelling ‘Green summer’ loopt tot 31 oktober in de Verbeke Foundation, Westakker, Kemzeke (Stekene), open van donderdag tot zondag, van 11 tot 18 uur. tel. 03-789.22.07.
Online: www.verbekefoundation.com